/

Preventief fouilleren (Gemeentewet, artikelen 151b en 174b)

Preventief fouilleren is een specifieke bevoegdheid van de burgemeester. Deze bevoegdheid ligt verankerd in artikel 151b en 174b Gemeentewet.

Ter handhaving van de openbare orde kan de gemeenteraad aan de burgemeester de bevoegdheid verlenen om veiligheidsrisicogebieden in de gemeente aan te wijzen. Een veiligheidsrisicogebied is een gebied dat naar bestemming of vast gebruik voor iedereen toegankelijk is, met een hoog risico op geweldsdelicten en dreigingen met vuurwapens, zoals:

  • concentraties van uitgaansgelegenheden, die uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid een bijzondere gevaarzetting met zich meebrengen,
  • (sport-)evenementen en manifestaties met een verhoogd risico voor de openbare orde en veiligheid,
  • gebieden met een voortdurende drugsoverlast.

Binnen een veiligheidsrisicogebied kan de officier van justitie de politie gelasten tot preventief fouilleren op verboden wapenbezit. De politie kan dan personen fouilleren zonder dat een concrete verdenking tegen de persoon in kwestie bestaat. Daarmee is preventief fouilleren eerder een controlemiddel ter voorkoming van (gewelds)misdrijven in een gebied en wijkt het af van het gangbare uitgangspunt dat slechts bij verdenking in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering opsporingshandelingen op burgers van toepassing zijn.

Behoudens specifieke locaties zoals luchtvaartterreinen en de centrale stations in de vier grote steden is preventief fouilleren enkel mogelijk binnen een veiligheidsrisicogebied. Artikel 151b Gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad de burgemeester de bevoegdheid kan verlenen om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen wanneer de openbare orde wordt verstoord of dreigt te worden verstoord door de aanwezigheid van wapens. De gemeenteraad legt de bevoegdheid om een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen vast in de APV.

De burgemeester heeft overleg met de officier van justitie voordat hij een dergelijk gebied aanwijst. Bovendien moet de burgemeester het aanwijzingsbesluit goed motiveren (proportionaliteit en subsidiariteit) en schriftelijk nemen. De aanwijzing mag niet langer en voor een groter gebied gelden dan voor de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is. Dat kan één dag zijn, bijvoorbeeld wegens een specifieke voetbalwedstrijd. Het kan ook een half jaar of een jaar zijn, bijvoorbeeld in een uitgaansgebied. In deze veiligheidsrisicogebieden kan de officier van justitie vervolgens een last verlenen om alle personen te fouilleren en bagage en auto’s te doorzoeken op wapens. In de last is aangegeven op welke tijden en op basis van welke feiten de politie mag fouilleren. Dit houdt in dat de politie – indien nodig geacht – op bevel van de dienstdoende officier van justitie kan overgaan tot preventief fouilleren.

De gemeente moet het besluit van de burgemeester vooraf bekendmaken. Tegen het besluit staat bezwaar en beroep open voor belanghebbenden als bewoners, eigenaren van bedrijven, exploitanten en werknemers. (Regelmatige) bezoekers zijn geen belanghebbenden. Voor een ieder is het verplicht het bevel tot preventief fouilleren op te volgen. Wel kan men in beroep gaan tegen een dergelijk bevel. Bij het aantreffen van verboden wapens geldt de reguliere vervolging op basis van de Wet wapens en munitie.

Onvoorziene spoedeisende situaties In 2014 zijn de mogelijkheden om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen verruimd voor onvoorziene spoedeisende situaties. De burgemeester kan dan, na overleg met de officier van justitie, op grond van artikel 174b Gemeentewet voor maximaal 12 uur een veiligheidsrisicogebied aanwijzen, zonder dat dit in de APV is vastgelegd. Zo nodig mag dit mondeling. De officier van justitie kan vervolgens voor diezelfde periode mondeling aan de politie toestemming tot fouilleren geven. De burgemeester moet een dergelijke mondelinge gebiedsaanwijzing daarna zo spoedig mogelijk alsnog op schrift stellen en bekendmaken. Deze verruiming van het preventief fouilleren kan bijvoorbeeld worden ingezet in een doorgaans rustige gemeente bij een gearrangeerde vechtpartij tussen rivaliserende groepen of een dreigende confrontatie tussen voetbal-hooligans in de buurt van een treinstation.

Previous Story

Noodbevel (Artikel 175)

Next Story

Cameratoezicht (Gemeentewet, artikel 151c)

Latest from Legal Knowledge Tools

Towards Netto Zero

De rol van de Chief Financial Officer (CFO) bij duurzame rapportages is van cruciaal belang voor…

ESG-rapportage

De rol van de Chief Financial Officer (CFO) bij duurzame rapportages is van cruciaal belang voor…